Vrijwilliger in beeld

Mijn naam is Henrike Walhout. Ik ben 45 jaar en woon met mijn man en drie kinderen in Ede. Als hbo-theoloog doe ik van alles en nog wat. Momenteel schrijf ik veel. Onlangs is er een bijbels dagboek voor tieners verschenen waaraan ik mocht meeschrijven.

Taal is dus echt m’n ding. En een café ook. 😊 Daarom ben ik met veel plezier Taalcoach in het Taalcafé in Bennekom. Dat doe ik samen met Jelle. Sinds september mogen wij elke donderdagochtend steeds ongeveer 12 leergierige Oekraïense vluchtelingen in de bibliotheek verwelkomen.

Met het Taalcafé willen we Oekraïense vluchtelingen helpen om zich in ons land wat makkelijker te redden met de Nederlandse taal. We zijn geen school, maar we proberen op een laagdrempelige manier wat Nederlands aan te leren. 

Het is fijn om het Taalcafé met z’n tweeën te ‘runnen’. Van tevoren overleggen we welk thema we gaan behandelen en hoe. Tijdens de ‘les’ kunnen we elkaar ondersteunen en aanvullen. 

Bij het voorbereiden van de thema’s gebruiken we  - naast bestaande lesmaterialen rondom inburgering - onze eigen creativiteit. We bedenken zelf taalriedels en dialogen. Ik vind het leuk om ook speelsere werkvormen te doen. Zoals met z’n allen ‘hoofd, schouders, knie en teen’ zingen bij het thema ‘lichaamsdelen’. Of een bingo maken van tijden, dagen en maanden en een memorie over het verkeer. Soms slepen we van alles mee: groenten, fruit, kleding, speelgoedauto’s…

Elke keer zetten we koffie, thee en wat lekkers op tafel. We vinden het belangrijk dat het Taalcafé gezellig is. Dat woord ben ik in de loop der jaren steeds meer gaan waarderen. Gezelligheid is niet iets plats, het zorgt voor non-anxious presence, een niet-beangstigende sfeer. Daarom raakte het me zo dat één van de deelnemers na afloop een keer zei (in het Engels): ‘Ik leer hier zoveel én ik heb anderhalf uur lang even geen zorgen aan m’n hoofd.’

Eén van de deelnemers kan vanwege een nieuwe baan niet meer naar het Taalcafé komen. We vroegen anderen of ze de groeten van ons wilden doen als ze diegene weer zagen. Een deelnemer vroeg: ‘De groenten?’ Toen ik uitlegde dat groenten ‘vegetables’ zijn, begonnen ze hard te lachen: ‘De groenten van Jelle en Henrike, haha!’ Ze lagen helemaal in een deuk. Ondanks alle zorgen flink lachen met elkaar; dat is toch goud waard?!