Een Injera is geen gewone pannekoek – het is een serieus kunstwerk!

Of het nu 10 uur ’s ochtends is of laat op de avond: zodra ik bij Eritrese mensen thuis kom, wordt mij vaak Injera met groenten en saus voorgeschoteld. Deze soort elastische pannenkoeken met veel luchtgaatjes begon ik steeds lekkerder te vinden!

Nu wilde ik hen eens verassen met zelfgemaakte Injera’s. Zo’n pannenkoek kan niet moeilijk zijn om te maken, besloot ik. Verschillende vrouwen hadden me afzonderlijk van elkaar uitgelegd dat Injera’s bestaan uit bloem en water en dat ze zonder boter in een koekenpan worden gebakken. Ik mengde bloem en water totdat het leek op ‘onze’ pannenkoekenmix en begon te bakken. Enigszins voldaan zag ik dat ze inderdaad loslieten van de koekenpanbodem. Dat was het enige punt geweest waar ik me zorgen om maakte, maar het was blijkbaar gelukt! Ik stapelde ze op een bordje en zette de dames de pannenkoeken voor.

Verrast pakten ze de pannenkoeken en aten het zoals ze gewoon waren: ze legden de pannenkoek op een bord, deden een schep saus op de pannenkoek, scheurden stukken van de pannenkoek af, pakten hiermee wat saus en aten het met hun rechterhand op. De pannenkoeken die ik gebakken had, werden al heel snel plakkerig bij het eten en daardoor zo snel vies dat ik maar hardop bekende dat ze dus niet helemaal goed gelukt waren. De vrouwen vroegen of ik het een nacht had laten gisten en proesten het uit van het lachen toen ik zei dat ik meteen na het maken van de mix ermee was gaan bakken. Dat was dus niet de bedoeling geweest!

Na een tijdje begon ik aan een dappere tweede poging en ik checkte nogmaals de hoeveelheid. Er was blijkbaar 1 kilo bloem en 2 liter water nodig en ik moest het 10 minuten hard kneden, begreep ik. Dit deed ik bij elkaar en wilde gaan kneden, maar…. zodra ik mijn hand in het mengsel deed, droop het weer meteen van mijn vingers af: het was veel te vloeibaar om gekneed te kunnen worden.

Ik besloot om de maten om te draaien. De vrouwen hadden zich hierin vast vergist, bedacht ik me. Ik pakte een nieuwe schaal, deed daar nu 1 kilo bloem in en maar een halve liter water. Ik begon te kneden en merkte tot mijn verrassing dat het elastisch werd. Dit moet ‘m zijn! dacht ik blij. Ik keek om me heen wat een goede plaats was om het te laten gisten. Van mijn moeder had ik geleerd dat een kneedbol deeg soms een half uurtje in de koelkast moet rusten. Dat leek me een goede plek, besloot ik. Ik pakte de schaal met de elastische kneedbal en zette die in de koelkast.

De dag erop liep ik met een voldaan gevoel naar mijn Eritrese vriendin. Toen ze de deur open deed, overhandigde ik haar de schaal met de elastische kneedbal en keek benieuwd naar haar gezicht om haar reactie te zien. Ze lachte, maar schudde haar hoofd. ‘Nee, niet goed!’ gaf ze aan. Teleurgesteld liet ik mijn schouders hangen. Nu snapte ik het niet meer. Ik wist echt niet wat ik dan nog anders had kunnen doen.

Vaardig en vol zelfvertrouwen liet ze me zien hoe zij de mix maakte. Ze pakte een pak bloem, goot deze leeg in een koekenpan roerbakte de bloem tot deze bruin zag. Ze liet de bloem afkoelen en goot het daarna door een zeef in een emmer. Ze deed hier vervolgens Sorghummeel bij en maismeel bij. Ze pakte een klein potje met een beetje natte gist en vulde die verder met water. Ze schudde hard en goot beetje bij beetje in het mengsel. Na elke scheut kneedde ze de bloem en andere ingrediënten stevig door elkaar. Ik was verwonderd dat ze het zo lang volhield. Na verloop van tijd goot ze er tenslotte nog veel meer water bij, totdat de kneedbal veranderd was in een vloeibaar mengsel. Ze zette de emmer in de keukenkast (en dus niet in de koelkast J)

De Eritrese vriendin stond de volgende dag inderdaad op de stoep met een stapel vol bruine, elastische Injera’s vol gaatjes. Vol respect legde ik er een op mijn bord en scheurde hem bedachtzaam af. Tsjonge, wat een werk is hieraan voorafgegaan! Dit is inderdaad niet te vergelijken met een gewone pannenkoek. Dit is een kunstwerk!!