‘Om hier weer te zijn, voelt als thuiskomen’

Een collage met een foto van vier mensen. Links een vrouw met een knotje, een bruine jas en een zwarte trui. Ze lacht buiten de lens. Daarnaast een vrouw met een grijze jas en een roze sjaal. Ze heeft kort haar en lacht in de camera. Daarnaast een man met kort grijs haar, hij lacht in de camera. Hij heeft een zwarte blouse, zwarte sjaal en zwarte jas. Rechts staat een vrouw met een bruine jas en een sjaal met blauwe, groene, gele, paarse, roze en witte blokken. Ze lacht buiten de lens en heeft bruin haar to

Toen de vluchtelingenstroom in 2015 richting Nederland op gang kwam, ving Ede driehonderd vluchtelingen op. De betrokkenen van het eerste uur gaan nog eenmaal terug naar de plek waar het allemaal gebeurde: de noodopvang op de Mauritskazerne. Hoe kijken ze er nu, precies vijf jaar later, op terug? “Het is prachtig dat jullie motivatie ligt in het geluk van de ander.”

Daar staan ze, Max, Olga, Dirjanne en Esther, coronaproof in een cirkel tussen twee kazernegebouwen in. Alsof het niet vijf jaar, maar drie weken geleden is dat ze hier intens samenwerkten. “Het voelde echt als een téam,” zegt Max tegen Dirjanne en Esther van CVVE (Coördinatie Vrijwilligers Vluchtelingen Ede). “Ik had echt wel wat met jullie. Daarom had ik ook zin om elkaar nu weer te ontmoeten, leuk!” 

Max werkte toen en nu bij het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers). In het verleden regelde hij voor een gemeente de inburgering van nieuwkomers. “Dit project paste mij dus als een jas; met de poten in de klei, het echte werk, echt contact met mensen – dat is prachtig en geeft voldoening. Om hier nu weer te zijn, voelt echt als thuiskomen. We hebben hier bijzonder prettig samengewerkt.”

Machteloosheid omzetten in actie
Naast Max staat Olga, destijds ook COA-medewerker. Ze is kinesioloog en werkt nu als woonbegeleider in de gehandicaptenzorg. Dirjanne werkt bij Netwerk Dien je Stad en is gemeenteraadslid. Zij las het bericht over de noodopvang in Ede. “Ik belde wat rond met de vraag: wie gaat dit coördineren? Daar kwam geen helder antwoord op. Toen heb ik Esther er bijgehaald, en samen startten we CVVE. We hebben zelf maar een mailadres aangemaakt en een bericht op Facebook gezet; er komen binnenkort driehonderd vluchtelingen naar Ede, wie wil helpen?” 
Esther, die nog steeds werkzaam is bij CVVE vult aan: “Er kwam nog een informatieavond voor bewoners, daar stonden we met intekenlijsten waar mensen hun naam konden opschrijven als ze iets wilden doen. Eindelijk konden we onze machteloosheid over wat er op dat Griekse eiland gebeurde – zeker nadat het Syrische kleuterjongetje was aangespoeld – omzetten in concrete actie. Dat gaf veel voldoening.”

Opwachten met bloemetje
Max, om zich heen kijkend: “Op 15 oktober 2015 waren dit nog lege flats, diezelfde avond sliepen er driehonderd mensen. Elders in het land werden vluchtelingen in sporthallen opgevangen, hier konden wij wat blijvenders neerzetten.”
Dirjanne: “Toen de bussen eenmaal aankwamen, wachtten wij de eerste bewoners met een bloemetje op. Dat had een Edese kerk geregeld, bij wijze van warm welkom.” 
Olga: “Toen we begonnen, was er een schreeuwend tekort aan bijna alles. De eerste maanden waren nogal chaotisch; er leefden hier driehonderd mensen, de kinderen hadden niets te doen. Zouden ze voetbal leuk vinden? Natuurlijk! We deden via Facebook een oproepje en voor je het wist, waren er twintig ballen. Dat gold voor bijna alles waar we om vroegen, van volleybalnetten en speelgoed tot knutselspullen en regencapes.”
Dirjanne: “En herinneren jullie je de oordopjes nog? Mensen sliepen met meerderen tegelijk in één ruimte, dus was er behoefte aan oordopjes. Die oproep haalde het landelijke nieuws, waardoor hier uiteindelijk bérgen oordopjes lagen. Echt bizar, de reactie van de Edese samenleving heeft ons heel positief verrast.”
Esther: “Na een oproepje hadden we meestal binnen 24 uur wat we nodig hadden. Ik herinner me nog autoladingen vol met kinderwagens, haha! Maar er werden ook diensten aangeboden. Ik herinner me een vrijwilliger die belde met het aanbod om taallessen voor bewoners op te zetten. Ik ben nog steeds bevriend met één vrouw die hier heeft gezeten, en zij heeft het nog weleens over die eerste lessen. De groep betrokkenen is nog steeds heel groot.” 

Speelkamer
De oprichting van een peuterspeelzaal – ‘de speelkamer’ – staat Max nog vers in het geheugen. “Daar moesten we bemensing en spullen voor hebben, en daar heeft CVVE samen met een Edese welzijnsorganisatie hard aan meegewerkt. Opeens lag er een rooster met geschikte medewerkers, dat is niet niks, hoor! En hadden jullie ook niet de kleding geregeld?”
Dirjanne: “Zeker, dat was eerst een chaos; er lagen hier vuilniszakken vol kleding, mensen leverden ze af bij het hek. In samenwerking met het Leger des Heils heeft CVVE eraan bijgedragen dat het Rode Kruis hier een Welkom Winkel kon inrichten van waaruit de bewoners al die maanden van kleding zijn voorzien. Veel vrijwilligers hebben hier samen hun schouders onder gezet. ”
Esther: “De eerste weken waren we soms meer dan veertig uur per week aan het werk. Er waren mensen die dachten dat we ervoor betaald werden.”
Dirjanne: “We zijn lange tijd op adrenaline doorgegaan, mede dankzij de vele bijzondere momenten die we meemaakten. Wat ik overigens wel heb gemist, is het contact met de mensen zelf. We waren zó druk dat er nauwelijks ruimte overbleef om contacten op te bouwen.” 

Enthousiast over Ede 
Ook vanuit COA-oogpunt vindt Max het bijzonder hoe de opvang in Ede werd geregeld. “Jullie onvoorwaardelijke inzet, het maar dóór blijven gaan… Ik probeer weleens dergelijke clubjes op te richten, maar dat valt niet mee. Er zijn maar weinig plekken in Nederland waar het zo kan als hier. De driekwart jaar dat ze in de noodopvang zaten, konden ze zich goed voorbereiden op een plek in de samenleving. Deze locatie leende zich daar ook goed voor: niet te ver van de bewoonde wereld, maar toch voldoende ruimte om veiligheid te creëren.”
Olga beaamt dat. “Ik ben in Amersfoort en Arnhem nog weleens mensen tegengekomen die hier hebben gewoond. ‘Olga!’, roepen ze dan, en vervolgens vertellen ze heel enthousiast over hun tijd in Ede.” 
Dirjanne: “Tegelijk hebben jullie ons namens het COA maximaal de ruimte gegeven om onze ideeën uit te voeren. Dat kostte jullie vaak ook extra werk.”  

Geluk van de ander
Op de vraag waarom de CVVE-medewerkers zich vijf jaar geleden zo spontaan over de nieuwkomers ontfermden, zegt Esther: “Omdat ik geloof dat je pas aan je toekomst kunt bouwen als je je ergens thuis voelt. En om dat gevoel te krijgen, helpt het als je mensen in je omgeving kent. Toevallig zag ik recent een vrouw in mijn wijk fietsen, van het winkelcentrum naar haar flat, een klein stukje. Dat kan prima lopend, maar zij had fietsles gehad van een van onze vrijwilligers. Zoiets eenvoudigs heeft haar leefwereld vergroot.”
Max, met een grote glimlach: “Dat antwoord is eigenlijk exemplarisch voor hoe jullie hier hebben gewerkt. Gevraagd naar jouw motivatie om dit werk te doen, zeg je: het genoegen van anderen, dat mensen zich thuis voelen. Het is toch prachtig dat jullie motivatie ligt in het geluk van de ander? Dat zegt alles over jullie.”

Tekst: Wilfred Hermans