Eduard werkt als vrijwilliger in de recreatieruimte van de noodopvang. Vandaag deelt hij zijn ervaringen.
Sinds een paar maanden help ik bij de recreatieruimte op de noodopvang. Dit is een zaaltje met tafelvoetbal, tafeltennis, sjoelbakken en een TV die elke avond geopend is voor de bewoners om een avondje tegen elkaar te spelen. Ik wilde dit graag doen om een gezicht te geven aan het grote vluchtelingenthema.
De eerste avond was best spannend. Ik wist niet zo goed wat ik kon verwachten en kende eigenlijk geen enkele vluchteling. Al snel kwamen de eerste bewoners binnen. We stelden ons aan elkaar voor, maar konden eigenlijk geen gesprek voeren. De puntentelling ging in een onbekende taal en de namen waren voor mij niet te onthouden. Tijdens een potje tafelvoetbal viel het mij op dat sommige jongens van mijn leeftijd (begin 20) bijzonder goed waren in tafelvoetbal of tafeltennis. Dit was iets wat ze thuis vast ook deden, maar dan met hun vrienden of familie. Nu in een vreemd land met onbekenden.
Na een tijdje kwam er iemand naar mij toe die vertelde dat hij uit Irak kwam. Hij vroeg; ‘Jij bent vrijwilligend?’. Hij had net zijn eerste les Nederlands gehad. Omdat hij goed Engels sprak, beter dan ikzelf, raakten we aan de praat en vertelde hij dat hij ingenieur was. Hij had gestudeerd in Italië en gewerkt in diverse Europese landen. In zijn vrije tijd vloog hij graag en deed hij aan bergbeklimmen. Bij het uitbreken van de oorlog is hij zijn documenten kwijtgeraakt en is zijn bankrekening geblokkeerd. Hij had nu nog 20 euro op zijn kamer liggen en dat was al zijn bezit.
De avonden brengen soms een grappige mix van culturen. Zo heb ik sjoelen, een Nederlands spel, nog nooit zo fanatiek gespeelt zien worden als op deze avonden. En als oranje voetbalt op TV worden de meeste spelers herkent. Tijdens de goals wordt er luid gejuicht. Van een afstandje zou je denken dat je bij een oer-Hollandse kroeg in de buurt bent.
Na enkele weken leert men steeds beter Nederlands. Er komen primitieve gesprekjes op gang in het Nederlands en de puntentelling wordt nu steeds vaker vertaald. Niet omdat Nederlands de voertaal is, maar omdat ze aan het oefenen zijn met tellen. Steeds meer namen kan ik nu onthouden. Dat is erg leuk als ik ze soms tegen kom in het dorp.
Steeds meer hoop krijg ik voor deze groep mensen. Ongeacht van hoe het thema soms in de media naar voren komt, zie ik een groep mensen die heel goed mijn vrienden hadden kunnen zijn. Een groep mensen die fanatiek kunnen tafeltennissen, voetbal kijken, de Nederlandse taal willen leren en hoopvol zijn voor de toekomst. In Nederland of waar dan ook.
Heb je hulp nodig, wil je je verbinden als vrijwilliger, sponsor of heb je gewoon een vraag? Onze koffie staat voor je klaar! Er is altijd wel iemand van ons aanwezig op maandag, dinsdag en donderdag.